Shinrin-yoku is een Japans begrip dat vrij vertaald ‘bosbaden’ betekent. 2018 werd het jaar dat we met Japanse ogen naar onze bossen gingen kijken. De stapel boeken die vorig jaar over shinrin-yoku verscheen heeft daar alles mee te maken. Sommige zijn geschreven door Japanse experts, andere door westerse ervaringsdeskundigen. Komende tijd belicht ik er hier drie die elkaar aanvullen door van opzet en inhoud te verschillen. Maar eerst iets over het fenomeen zelf.
Shinrin-yoku is vertragen
Want hebben we een Japanse trend nodig om te wandelen in het bos, of om daar optimaal van te kunnen genieten? Gewoon wandelen behoeft toch zeker geen uitleg of begeleiding? Je zou het zomaar kunnen denken, en die gedachten hebben ook geklonken bij de lancering van shinrin-yoku in Nederland. Alleen, het ene wandelen is het andere niet. Een gewone boswandeling is nog geen bosbaden. Zelfs niet als je die wandeling in stilte zou doen. Shinrin-yoku is vertragen, en zoomt in op het vergroten van de waarneming tijdens het wandelen, op verstillen. Je legt weinig kilometers af, en wandelt bij voorkeur in je uppie. Kies je er toch liever voor bij een groep aan te sluiten dan vindt de wandeling grotendeels in stilte plaats.
Een Japanse por in onze zij om vaker de natuur op te zoeken is sowieso geen overbodige luxe. In Nederland woont een mens al gauw in stedelijk gebied, waar we het grootste deel van de dag binnen zijn; we leven bij kunstlicht en tussen bakstenen en beton. Mede daardoor is ons natuurbesef flink verwaterd. Ik zou haast zeggen: dankzij de dijken. Zo’n wal moedigt aan te denken dat we de natuur kunnen overheersen als we maar slim zijn en ons best doen. Je zou ook zomaar kunnen denken dat wandelen in een bos een heel gewone bezigheid voor mensen is.
In het bos zijn de wilde dieren
Zo gewoon en vanzelfsprekend is het dat lange tijd niet geweest. Dat we er massaal naar verlangen om onze vrije tijd in een bosrijke omgeving te besteden, is volgens filosoof Hans Kennepohl pas iets van de laatste eeuwen. Wereldwijd bestaan er twee natuurvisies over de relatie tussen mens en natuur, schrijft hij in We zijn nog nooit zo romantisch geweest. De eerste gaat uit van een harmonieuze relatie tussen mens en natuur. Natuur is het paradijs waar we vredelievend samenleven met flora en fauna. De tweede visie beschouwt natuur als een wilde en woeste omgeving, waar het vol gevaren is. Deze gedachte hebben we als mensheid het langst gekoesterd, door ervaringen met overleven. Tegelijkertijd hebben we ook veel kennis opgedaan over de heilzame krachten in de natuur – maar altijd met ontzag voor moeder aarde, ons bewust van onze kwetsbaarheid.
Nog meer gespuis
Kennepohl: ‘In de middeleeuwen was het bos een plaats van spoken, duivels en monsters. Ook later, in de zeventiende eeuw, werd het bos omschreven als vreeswekkend, somber, woest, verlaten, eenzaam, naargeestig, onbewoond en wemelend van beesten.’ Moest je er wezen dan verzamelde je al je moed en had je iets te overwinnen. Vanaf ongeveer eind achttiende eeuw veranderde die houding. ‘Pas met de romantiek begint de verheerlijking van de wilde natuur, als bron van inspiratie voor de mens om zichzelf weer terug te vinden.’ Het hogere, de spirituele dimensie in de natuur werd belangrijk.
In de periode vóór de romantiek zochten we alleen voedsel in het bos en maakten we ons daarna zo snel mogelijk weer uit de voeten, naar een veilige plek. Ik denk daar weleens aan wanneer ik in een bos word overvallen door een unheimisch gevoel. Wie weet spreekt er dan een oeroud instinct, of een oeroude conditionering.
Bosbaden
In de romantiek ontwikkelden we nog een andere behoefte. Authentiek zijn werd belangrijk, en individuele expressie; emoties voelen en uiten. In de Japanse cultuur spelen die aspecten nauwelijks een rol, omdat het collectief belangrijker is dan het individu. Emoties bijvoorbeeld houd je bij voorkeur voor jezelf, je valt er anderen niet mee lastig, schrijft Kennepohl. Het Japanse bosbaden heeft dan ook geen wortels in de romantiek. Shinrin-yoku is ontkiemd in de bedding van de Japanse spirituele traditie en holistische kijk op de wereld. Een die benadrukt dat alles wat we om ons heen zien is bezield. Naast bomen, planten en dieren ook stenen en dingen, zelfs robots. Herinner je je de tamagotchi nog? Een robotje verzorgen alsof het een huisdier is. De Japanse uitvinding werd ook hier een rage. Anders dan de meeste westerlingen is een Japanner, generaliserend gesteld, er zich ten diepste van bewust onderdeel te zijn van dat grote systeem dat we natuur noemen, in plaats van erbuiten te staan.
Shinrin-yoku is een gloednieuwe traditie
Toch is shinrin-yoku zoals we dat nu kennen, geen oeroude traditie. De term werd bedacht en gepromoot door de Japanse overheid in de jaren tachtig. Ook in Japan zaten en zitten mensen vooral binnen, wat tot gezondheidsklachten leidde. De overheid wilde daarnaast aandacht vragen voor het beschermen van Japanse bossen, en zo kwam een campagne tot stand. ‘Als mensen werden aangemoedigd om bossen te bezoeken voor hun gezondheid, zouden ze ze waarschijnlijk eerder willen beschermen en ervoor zorgen,’ schrijft de Japanse professor dr. Qing Li in Shinrin-Yoku. Hij is bestuurslid van de Internationale Vereniging voor Natuur- en Bosgeneeskunde in Japan, en mededirecteur van de Japanse Vereniging voor Bosgeneeskunde.
Pas in de jaren negentig ontdekte een Japanse wetenschapper dat een verblijf in het bos zorgde voor een afname van cortisolproductie, het stresshormoon. Mooi meegenomen moeten ze gedacht hebben, dat zette de campagne kracht bij. Een reeks andere onderzoeken volgde.
Westerse draai
Juist omdat onze westerse culturele achtergrond zo verschilt, zijn boeken over shinrin-yoku van westerse auteurs een welkome aanvulling. Ze geven een interpretatie die naadloos aansluit bij onze eigen culturen. Bovendien, nieuw is deze intense vorm van natuurbeleving voor ons natuurlijk niet. Ook in het Westen hebben we eeuwenlang met sjamanistische tradities geleefd, ons bewust van de krachten van de aarde, en met de natuur samengewerkt ten behoeve van ons welbevinden en gezondheid. Die traditie zie je in deze tijd weer aan bekendheid winnen, als je goed om je heen kijkt.
Besprekingen over de bovengenoemde shinrin-yokuboeken vind je hier:
Deel 1: Het kleine shinrin-yoku boek, van Natascha Boudewijn