Stel je een vroege zomerochtend voor, buiten is het al licht. Je loopt een tuin in, ochtenddauw parelt op het gras. Nog even dan verdampt de koelte, het belooft een warme dag te worden. Dat houten huis daar is een atelier, erachter loopt een pad, dat sla je in.
Schelpen kraken onder je voeten. De borders aan weerszijden bloeien welig. Voor je midzomerboeket pluk je geelgroene vrouwenmantel, roze kaasjeskruid, purperen grote kattenstaarten, oranje goudsbloemen, en nog een toef lila ridderspoor. Nu lijkt het pad opeens dood te lopen maar precies hier begint de tuin van je verbeelding. Alles wat je nog zou willen voor je boeket is hier al; verbeelding is gevonden inspiratie in het oneindige veld van mogelijkheden. Het is voor iedereen beschikbaar. Er is geen moeite nodig om te vinden wat je zoekt, je hoeft niets te doen. Hier zijn is genoeg. Pluk zo veel je nodig hebt en kom gerust nog eens langs, je weet nu de weg.
Oh zomertijd! Het jaargetijde vol scherpe contrasten. Het felste zonlicht en de donkerste schaduw. De lichtheid van het buitenleven en van uitbundige natuur, naast het donker van gebeurtenissen op het wereldtoneel en van onze stemmingen. Het genot van vakantie vieren en rust nemen, en draven tot we opgebrand zijn van al dat verhitte ‘moeten’. Het moet af (werk), het moet leuk (vakantie), het moet romantisch (liefde), moet gezellig (met de kinderen), moet sociaal (met vrienden), moet ook nog gezond (eten).
Maar het tuinboeket leeft ons iets belangrijks voor. Ze laat zien: ‘Kom, schik jezelf wat meer uit de losse pols, staat je charmant!’ De ogenschijnlijke nonchalance van zo’n bos, alle kleuren en vormen bij elkaar gebonden: je zou zomaar kunnen denken dat er geen aandacht is besteed aan ordening. Maar onderschat dan niet de ordening van Natuur zelf, zoveel grootser dan we ons kunnen voorstellen. Een spikkel nemen we er slechts van waar, vanuit ons spikkelperspectief. Ik kan alleen de bloemen kiezen die er zijn op dat moment, dat simpele gegeven is al een vorm van ordening. Een rangschikking van nature.
Een bloem is erop gericht te doen wat ze graag doet: bloeien. Ze houdt zich niet bezig met het nut van haar bloem, vergelijkt haar kleuren niet met andere planten, vraagt zich niet af wie populairder is of de meeste aandacht krijgt. Met haar bloeitalent voedt ze bijen en andere insecten, zelfs het hele ecosysteem! Dat weet ze allemaal niet, ze doet alleen wat ze zo graag doet: bloeien.
Zeven midzomerdagen is zo ontstaan. Bloeien om het plezier dat we eraan beleven. Onderweg zijn zonder doel en zonder verwachting over de uitkomst. We zien wel wat het ons brengt, of niet, allemaal goed.
Herinner je het atelier waar je net langsliep? Het is een plek die ik koester. Ateliertijd is heilige tijd, gemarkeerd met een kruis in mijn agenda; het is onderzoekstijd, uitprobeertijd, prutstijd, speeltijd, ontwikkeltijd. Dingen doen waarvan het nog maar de vraag is welk nut het ooit gaat hebben. Zoals brieven schrijven aan wie ze maar wil ontvangen, om midzomer te vieren…
Dit artikel was onderdeel van Zeven midzomerdagen 2022, en daar gepubliceerd op 21 juni.