In artikelen

Meanderwijsheid

meanderend zeeschuim

Als bomen en heesters schrijvers waren, dan zou de schrijfstijl van de krulhazelaar bekend staan als bloemrijk, en werd ze bewonderd om haar zwierige taalgebruik. In lentetijd schikken we de kronkeltakken in boeketten voor extra sjeu, ik hou er ook zo van. Ze kunnen mij niet kronkelig genoeg zijn. Is het niet merkwaardig, dacht ik dit voorjaar toen ik wekenlang op een vaas vol krullen uitkeek, dat we schoonheid zien in de slingerende levenswandel van een hazelaar, en genieten van de speelsheid waarmee ze alle kanten op groeit, ogenschijnlijk zonder enig plan, maar we de kronkels van ons eigen karakter en levenspad heel wat minder jubelend ontvangen, to put it mildly?

Want als we het voor het zeggen hebben, ik bespeur de neiging ook bij mezelf, kiezen we liever voor de rechte weg. Gaan we zonder omwegen op onze doelen af om verlangens te vervullen, oplossingen te vinden, of voor de route naar huis. Geen tijd te verliezen.
Nee, dan de langzaam groeiende kronkelhazelaar. Een extra bocht, een krul meer of minder, ze maakt zich er niet druk om en neemt alle tijd.

Na zo’n observatie zie je ze natuurlijk overal. Kronkels! Of chiquer uitgedrukt: meanders; een ander woord voor dezelfde verschijningsvorm, maar neutraal van gevoelswaarde. De meander is vernoemd naar Maiandros, een rivier in het tegenwoordige Turkije, die nu Menderes heet. Bijzonder aan het woord meander is dat je hardop uitgesproken meteen hoort wat haar belangrijkste karaktereigenschap is; de klank van je stem slingert een bochtje mee.

Een rivier die haar eigen gang kan gaan, zal altijd meanderen. Ze stroomt van nature bochtig door het landschap, van de bergen naar zee, en juist door dat bochtige voorkomen brengt ze leven in een groter gebied dan een rivier rechttoe rechtaan voor elkaar zou krijgen.

Aan zee bij hoge windkracht zag ik eens hoe zelfs de wind meandert. Zand golfde tot aan de horizon, luchtig slingerend over het strand bij eb. Een hypnotiserend schouwspel. Waar meanders zijn daar is leven, zo lijkt het. Ik zie het ook als ik met een wichelroede een huis verken en meanderend de stroom van levensenergie volg (chi). Stopt het meanderen en gaat de stroom over in een rechte lijn of draait ze zichzelf vast in een kolk, dan weet ik dat er een energetische verstoring is; waar spanning is, stagneert stroming.

Die situatie heeft een ondermijnende invloed op de vitaliserende energie van een ruimte, en op de mensen die erin verblijven. Zo’n huis voelt zwaar, je komt er onvoldoende tot rust, en krijgt het bijvoorbeeld moeilijk opgeruimd. Als flow belemmerd wordt, kan dat alle soorten levensgebieden raken: welzijn in het algemeen, werk, missie, relaties, gezondheid en geldstromen.

Maar wordt de spanning ontladen dan merkt een lichaam dat ook meteen op. De meanderende stroming heeft een regenererend effect en brengt situaties weer in beweging, in flow.
Je weet nooit precies weet wélke beweging er in gang wordt gezet, wel dat het precies de juiste is. Dat is de wijsheid van de meander.


Dit artikel was onderdeel van Zeven midzomerdagen 2022, en daar gepubliceerd op 25 juni.

explore more