Een vriend appte een filmpje uit Barcelona. Hij stond op het punt het architectonisch meesterwerk van Antoni Gaudí te bezoeken, de Sagrada Família. Voor ze naar binnen gingen vertelde de gids dat ze geen kerk zouden betreden, maar een bos.
Als je langs de boomzuilen omhoog kijkt, zie je inderdaad hoe takken het plafond stutten. Een magistrale ode aan de Heilige familie en aan natuur. En een bedwelmende ervaring, herinner ik mij van mijn eigen bezoek 15 jaar geleden.
Gaudí’s levenswerk was nog lang niet af toen hij onverwacht stierf in 1926 – onder de tram gekomen. Generaties architecten en beeldhouwers na hem zouden er ook weer hun levenswerk van maken.
De meesterkerk bracht me aan het mijmeren. ‘Levenswerk’ is een groots begrip, oorspronkelijk een werk waar je letterlijk een leven lang zoet mee bent. Maar je kunt het ook immaterieel en dynamischer opvatten. Als een koers. Een kathedraal is daarvoor een bruikbaar beeld – vind ik een mooier woord dan kerk – waarmee je de vraag kunt stellen: als je levenswerk een kathedraal is, waar wijd je die dan aan toe? Wat is je koers? En geruststellend… het hoeft niet af.
Als ik de kathedrale vraag stel over mijn eigen levenswerk, weet ik die koers wel.
Laatst hielp de kathedrale vraag me ook uit de knoop bij een praktischer vraagstuk dat me al een jaar bezighield. Ineens wist ik het antwoord. Opluchting, kon ik weer vooruit. Andere taal kiezen of een andere metafoor kan het zetje geven om uit een hinderlijke denkgroef te komen. Want taal is een scheppende kracht.
Het onderwerp van toewijding mag altijd veranderen, en dat zal het ook, het groeit met ons mee. Ook een natuurlijk fenomeen, dat meegroeien. En voelt een kathedraal te groots? Klein is ook fijn. Maak je er gewoon een kapelletje van.