Deze schelp vond ik op het strand van Ameland. Ze viel op tussen de andere schelpen en deed me meteen aan iets denken. Ik ben nog geen schelpenkenner, dus pakte ik de Handige wandelwaaier Strand & Wad erbij (is inderdaad handig, maar niet meer te koop). Welke naam hoorde hierbij? Ik las dat het een Amerikaanse boormossel moest zijn. Als soort ooit met mensen meegereisd uit Amerika, hiernaartoe. De mossel heet zo omdat ze gaten boort in onderwatermateriaal – turf, klei, hout – en zich daarin verschanst. Als je huis zulke dunne, kwetsbare muren heeft lijkt me dat inderdaad een handige oplossing. Accuraat gekozen naam dus. Maar niet zo poëtisch als de koosnaam die onze Vlaamse zuiderburen haar geven: engelenvleugel! Precies waar de schelp mij ook aan deed denken.
Sinds dit blog bestaat gaat de inhoud over natuurinclusief leven. Over hoe we meer verbonden kunnen voelen met onze habitat, met het hele eco-organisme, met onze soortgenoten, en met onszelf. Nog concreter: ik schrijf over mijn persoonlijk onderzoek daarnaar. De onderwerpen waaieren breed uit, er zijn immers zo veel aspecten van natuurinclusief leven. Van natuurlijker bewegen (barefoot lopen, minder zitten, meer wandelen, furniture free wonen), tot natuurlijker communiceren (non-violent en met compassie), compassie belichamen (acceptatie van wat is), bewustzijn vergroten en bewuster worden van de rol die we zelf spelen bij wat we creëren en hoe ons leven vorm krijgt.
In praktijk komt het allemaal neer op herwilderen. Rewilding in goed Engels jargon. Weer gevoel krijgen voor natuurlijke processen, voor cycli, voor onze plek binnen het eco-organisme, en voor de menselijke maat.
Dat zit al in heel concrete, dagelijkse dingen. Pionier Arita Baaijens benoemt bijvoorbeeld hoe herwilderde taal ons helpt om met andere ogen naar de organische wereld te kijken en er weer een vanzelfsprekende relatie mee te krijgen.
Dat kan ik volmondig met haar meevoelen. Taal opent verten, is in staat ogenblikkelijk je ervaringswereld en inzichten te verrijken. Een raak gekozen woord of metafoor of andere grammatica maken alles uit. Neem het verschil tussen praten over ‘het landschap’ of over ‘Landschap’ – voel je ‘m? En een schelp een boormossel noemen, of een engelenvleugel, roept ook een wezenlijk ander gevoel op.
Tegelijk heeft taal ook de kracht onze waarneming te versmallen. De beleving van zoiets als een schelp krijgt een andere kijkrichting als je haar boormossel noemt in plaats van engelenvleugel. Je ziet meer, of juist minder.
Dat roept de vraag op of ultieme rewilding het wegvallen van taal is. Zit taal vooral in de weg? Of wie weet is het enkel een tijdelijk hulpmiddel en lost het op zodra geavanceerder communicatiewegen door iederéén herontdekt zijn (telepathie, om maar wat te noemen). Volledig opgaan in een schelp heeft in ieder geval totaal geen taal nodig.