‘Hoe ís IJsland?’
‘Geweldig!’ antwoord ik, ‘beyond beauty‘ voeg ik toe, in het Engels omdat het zo lekker allitereert. Maar die woorden zeggen nog weinig over de bewondering die ik voel. Ik doe een nieuwe poging.
Alsof de schepping van het eiland net heeft plaatsgevonden. Het landschap oogt pril en vers, de aarde is nog vochtig. Je kunt met diepe teugen ademhalen, de lucht is schoon. Overal zie je kraakheldere beekjes en kolkende rivieren. Hier en daar sist en pruttelt een kokende heetwaterbron, een surrealistisch gezicht. Stoom stijgt op, die pluimen worden je nieuwe herkenningspunten.
Zo ver je kunt kijken is ruimte. Weilanden vol boterbloemen en deinende, violette lupine. In poeltjes en langs waterkanten wiegen de pluizige bollen van hrafnavfífa, katoengras. Je ziet wilde tijm en struikelt over de engelwortel.
Je rijdt een paar kilometer verder en komt lavavelden tegen, bedekt met een oneindig mostapijt. Er grazen schapen maar nergens is omheining te zien. Niet nodig, er is hier ruimte genoeg.
Het is er ruig en gevaarlijk. Gletsjers, kloven, heetwaterbronnen, watervallen – geen fenomenen om de krachten van te onderschatten. Op het zwarte lavastrand van Reynisfjara haalt de zee met hoge golven uit naar wie het waagt dichtbij te komen. Er zijn mensen die het toch deden en dat niet na kunnen vertellen.
Hier wordt duidelijk, als het je nog niet duidelijk was, dat het de natuur is die heerst. Overgave en samenwerken is de enige weg. Meebewegen met het weer, de seizoenen en het licht.
Of vertrekken.
(Tekst loopt door na foto)
Een onbekende vogel strijkt op het zandpad neer, iets kip-achtigs is je eerste associatie. Je blijft op een afstand stil staan kijken om haar niet op te schrikken. Ze heeft vuurrode wenkbrauwen en een wit-bruin gevlekt pak. Het blijkt een rjúpa, een sneeuwhoen. Vroeger werd erop gejaagd.
Alles is extreem hier, ook de natuurschoonheid. Thuis had je je er een voorstelling van gemaakt met foto’s en videobeelden van anderen. Maar nu je hier bent zie je dat die indrukken weinig te maken hebben met er zijn.
(Tekst loopt door na foto)
Je begrijpt dat hier manieren worden gezocht voor expressie. Grootse schepping zet nieuwe schepping in gang, een voortdurende expansieve beweging. Muziek, literatuur, beeldende kunst. Muziek en literatuur zijn collectieve liefdes van het land. Het kan niet anders; bewondering zoekt een weg naar buiten. De natuur als muze.
Je luistert naar de klanken van hun taal, probeert er iets van te begrijpen maar je raadt er nauwelijks een woord van. Zo onbekend en complex klinkt het, dat je je afvraagt hoe ze elkáár kunnen verstaan. Een van de eerste woorden die je leert is Velkommin, welkom.
Zo voelt IJsland, ongeveer.