Zondagochtend, ik ben in alle vroegte opgestaan. De jongste uit de familie is aan de beurt om af te zwemmen en bij deze zwemschool gebeurt dat als de stad nog slaapt.
Klokslag 7.00 uur springt hij in het water. Eerst baantjes schoolslag en rugslag, met waterschoenen en extra kleren aan. Onderweg tijdens het rugzwemmen werpt hij een blik opzij om ons, zijn fanclub langs de badrand, een brede grijns toe te werpen. We steken onze duimen op. Ik zie sterke benen, een krachtige slag. Die redt het wel. Hij moet ook nog onderwater zwemmen, en rugcrawl, watertrappelen, borstcrawl. Wat staan er veel onderdelen op het programma tegenwoordig. Moest crawlen 30 jaar geleden ook al bij het A-diploma?
Zoveel angsten
Van mijn eigen zwemlessen herinner ik me flarden. Hoe het water metalig klonk als je op je rug zwom. De witte klodders in de voegen van de badrand. De spanning bij het overgaan naar een volgend bad. Het ging altijd over spannende dingen doen, zwemles. Enge dingen soms, je wist nooit wat er vandaag weer ging gebeuren. Zoals die ene keer dat ik in één les twee keer overging naar een volgend badje en als enige naar het diepe werd gestuurd, het grote bad. Een angstig en opwindend hoogtepunt tegelijk. Bang om in het wijde water te springen, waar je de grond niet onder je voeten zou voelen. Zonder kurkjes. Het draaide er die dag op uit dat de meester mee het bad in ging om me op te vangen. Een mens heeft zo nu en dan een compassievolle leraar nodig om drempels over te kunnen gaan.
Ik herinner me ook de bewegende zwarte strepen op de bodem in het diepe (niet daaroverheen zwemmen), de verre overkant, en de grote zwarte putdeksel met gaten erin, precies onder het stalen trapje. Er zijn zoveel angsten te overwinnen voor een kind tijdens zwemles. En dan komt B nog, minimaal.
Zijn lippen zijn inmiddels blauw geworden maar hij heeft het met gemak gehaald, zijn eerste examen. Broer slaagde destijds met de hakken over de sloot. Die hadden we zien ploeteren, zijn benen waren nog net niet sterk genoeg. We zagen onzekerheid en waterangst. Maar de badjuf had hem het diploma toch gegeven omdat ‘jongetjes met een A-diploma op zak prompt krachtiger gaan zwemmen.’ Dat had ze al zo vaak gezien. Bravoure gaf de jochies een natuurlijk zetje.
Diplomaland
Die observatie ontroerde me. En dat ze simpelweg naar het kind keek, naar wat nodig was om vertrouwen te krijgen, in plaats van of het zich naar de regels van het diplomasysteem gedroeg. Afzwemmen was bij haar niet meer dan een overgangsritueel naar een leven met minder angsten, met het diploma als middel niet als doel. Een verademing in een land waar we leren ons aan het bezit van papieren te hechten, met het zwemdiploma als eerste krachtige conditioneringsmoment. Mijzelf heeft het decennia gekost om papieren in een ander licht te gaan zien en me te bevrijden van de druk om er een verzameling van aan te leggen.
Zwemles geven is zoveel meer dan kinderen door een systeem heen loodsen. Het is vooral vertrouwen in eigen kunnen faciliteren.