Er zijn meerdere redenen om lokaal te eten: bijdragen aan een gezonde aarde en lokale aanbieders steunen zijn er twee van. Toen we als mensheid leerden importeren, werd de gedachte ‘wat je van ver haalt is lekker’ populair. Maar trends komen en gaan, en inmiddels vinden we wat van dichtbij komt net zo lekker. Een lokale aanbieder steunen en goed zijn voor de aarde geeft nu eenmaal een zoetere nasmaak. Bovendien is er nóg een reden om het lokale assortiment van planeet aarde te waarderen. Een voorbeeld uit IJsland.
De omstandigheden zijn er extreem. Extreem licht en donker alleen al. Tijdens de zomermaanden, van mei tot augustus, is de zon alom aanwezig. ‘Nacht’ betekent dan schemertijd, donkerder wordt het niet. De ondergaande zon tipt even de horizon aan en komt de volgende minuut al weer op. Het is te licht om sterren te zien – stel je voor, de hele zomer zie je geen sterren, alleen de maan.
Barre omstandigheden
‘Een plant die hier wil groeien heeft veel kracht nodig om te kunnen overleven,’ vertelt Kristína, IJslandse van geboorte. We zoeven per auto door het zuiden van het eiland, Kristína achter het stuur. Links en rechts van de weg wisselen bemoste lavavelden en de violette lupinezeeën elkaar af. Hier een meer met ruige oevers, daar een kale berg en veel kale vlaktes – het is allemaal even adembenemend.
Het licht, de donkerte, de temperaturen en het weer op dit stuk aarde maken het flora en fauna niet makkelijk hier te leven. De mens ook niet. In de zomer is een buitentemperatuur van 10 tot 12 graden heel normaal, in de winter daalt de temperatuur nog verder. Daar kunnen we ons leven tegenwoordig makkelijk naar inrichten, ook in de winter. Voedsel kweken op de koude grond wordt al lastiger. Zeker in de tijd dat kassen nog niet bestonden en import niet zo snel gerealiseerd was als nu, waren de omstandigheden bar.
Sterke planten
Dan moet je goed de weg kennen in de plantenwereld. Maar de natuur zelf helpt een handje bij het overleven: de planten die het lukt hier te groeien, hebben meteen eigenschappen die de mens in dit klimaat heel goed van pas komen. Kristína: ‘Anders dan in warmere landen, waar veel kruiden groeien met een kalmerende werking, hebben wij veel kruiden die een sterkende werking hebben. Hvön bijvoorbeeld [angelica, engelwortel]. Of burnirót [rodeola rosea, rozewortel], die geeft net als engelwortel energie en kracht, ze werkt ook goed tegen depressie. Rozewortel is een adaptogeen, een plant die je lichaam in balans helpt brengen, wat daar ook voor nodig is. Is er rust nodig dan zorgt ze dat je moe wordt, is er energie en kracht nodig dan geeft ze die. Een ander superkruid is vallhumall [duizendblad]. Als je niet weet welke ziekte je hebt, neem dan duizendblad; negentig procent van de tijd doet het zijn werk. Víðir [wilg] is ook versterkend en werkt als een natuurlijke aspirine tegen pijn.’
Veelzijdige engelwortel
Engelwortel heb ik veel gezien onderweg, met hun halfbolle bloemschermen. Je struikelt er bijna over, zo overvloedig groeien ze. Je moet wel even weten met welke soort je te maken hebt. ‘Er zijn er hier drie. Risa hvönn [reuzen engelwortel] is giftig, de bladeren veroorzaken brandwonden op je huid. Geitarhvönn [‘geiten angelica’, angelica sylvestris] wordt gebruikt voor medicinale doeleinden en arch hvönn [angelica archanchelica, grote engelwortel] is eetbaar.’
Ook in Nederland komt engelwortel van nature voor. Ze is onderdeel van de familie van schermbloemigen, waar fluitenkruid en de giftige berenklauw ook toe behoren.
Toepassingen
In Herbarium, het schitterend geïllustreerde kruidenboek van Caz Hildebrand, lees ik dat van de eetbare variant van engelwortel de hele plant gegeten kan worden. Stengel, blad, bloemen en zaden. De stengels serveer je bijvoorbeeld gekookt als groente, het jonge blad in een salade.
Olie kan er ook uit gewonnen worden. ‘In stoomtherapie kan het helpen bij bronchitis en astma; in het badwater stimuleert engelwortel het lymfestelsel en bestrijdt het schimmels en in crèmes helpt het bij slechte doorbloeding, artritis, migraine, verkoudheid en griep.’ Het blad kan ook nog worden gebruikt als luchtverfrisser. Gekookte engelwortel wordt in Alaska van oudsher gebruikt om de genezing van wonden te versnellen.
Planten vertellen logischerwijs ook iets over het karakter van de bodem waarin ze groeien. Engelwortel houdt van vochtige grond en daarvan is er genoeg in IJsland. Warme vochtige grond zelfs, op plaatsen waar heetwaterbronnen ontspringen.
Elk gebied op aarde heeft zo haar eigen plantensoorten die de lokale mens iets specifieks te bieden hebben. Leuk om te onderzoeken welke planten en karaktereigenschappen dat zijn, als je toch in het buitenland bent. Weer een heel andere manier om de inheemse natuur te ontdekken.